
Knuffeltjes-management voor dummies
De lievelingsknuffel van je kind is een serieuze zaak. Hij biedt veiligheid, troost en plezier, maar als hij kwijt raakt, dan is het DRAMA. Daarom: knuffeltjes-management voor dummies.
Waarom een lievelingsknuffel?
Vanaf +/- 7 maanden kan een baby zich gaan hechten aan een knuffel (of een doekje, poppetje, enz.). Het ene kind doet dit wel, het andere niet. De mijne deed dit wel, en ik vind het best fijn dat ze nu een lievelingsknuffel heeft. Haar roze knuffelkonijn geeft haar een gevoel van veiligheid: knuffel is er altijd en overal, ook als wij er niet zijn of als ze op een onbekende plek is. Knuffel werkt troostend en helpt haar in slaap.
Welke wordt het?
Een kind krijgt vanzelf voorkeur voor een knuffel. Maar ik heb het stiekem een beetje gestuurd. Ik wilde niet dat ze een onveilig, onhandig of minder mooi exemplaar uit haar collectie zou kiezen als lievelings. Daarom heb ik een knuffeltje die aan alle onderstaande voorwaarden voldoet naar voren geschoven. Hoe? Door deze er steeds bij te pakken als we samen een verhaaltje gingen lezen, hem mee te nemen naar de supermarkt, in de maxi-cosi, enzovoorts. Op die manier raakte ze er vanzelf aan gehecht. Tegenwoordig zijn het roze knuffelkonijntje en mijn dochter onafscheidelijk.
Waar moet je op letten?
Let bij het kiezen van een lievelingsknuffel op:
- Dat ‘ie veilig is.
- Dat ‘niet te groot is. Dat is A. niet veilig en B. niet handig als je hem overal mee naartoe moet slepen.
- Dat ‘ie nog te koop is. En het liefst nog even te koop blijft (een tijdloos knuffeltje dus).
- Dat ‘ie niet te duur is. Want je moet er meerdere van kopen.
- Dat je ‘m makkelijk kan wassen en dat ‘ie daar ook tegen kan.
- Dat ‘ie lekker zacht is. Mijn dochter wordt helemaal ‘zen’ als ze met het zachte knuffeltje over haar gezichtje kan aaien.
- Dat je het zelf ook een leuk knuffeltje vindt. Want je moet er nog wel even mee verder.
- Dat je ‘m aan het kinderbedje/kinderwagen/buggy vast kan knopen (zonder dat je daarvoor natuurlijk gevaarlijk touw, elastiek of wat dan ook hoeft te gebruiken). Ik heb deze en die knoop ik met z’n oren (gemeen hè) aan Bentes wagen vast als we op pad gaan, zodat ze wél kan knuffelen, maar we hem niet kwijtraken. En in bed heeft ze er twee. Eentje zit met zijn oren aan de spijlen vastgebonden, zodat ze er altijd nog eentje heeft als ze de andere er uit gooit. (Toen we dit nog niet deden, moesten we nog weleens terug om het knuffeltje voor haar op te rapen. Nu nooit meer. Werkt als een trein).
Koop er gelijk meer!
En, zodra je merkt dat je kind ook echt voorkeur begint te krijgen voor het knuffeltje:
- Koop er gelijk meer. Zo heb je een reserve als de andere in de was zit of kwijt is geraakt.
- Leg op elke plek waar je kind komt vaak een lievelingsknuffeltje neer. Bij ons hebben de oma’s – die allebei elke week oppassen – er eentje. Want ik was haar knuffeltje een keer vergeten en toen sliep ze gewoon NIET. Scheelt een hoop zorgen.
Het schijnt overigens dat ze vanzelf over het knuffel-gebruik heen groeien. Pfieuw.
Lees ook:
Kraamvisite-management voor dummies

