10 (onverwachte) dingen die veranderen als je kind naar school gaat
Ook het naar school gaan van je kind is zo’n geval van ‘je weet pas wat het precies inhoudt, als je er middenin zit’. Sommige dingen stel je je op in, terwijl andere zaken je een beetje overvallen… Dat je tweede kind óók van slag is bijvoorbeeld.
-
Je leeft ineens enorm met de klok
Afhankelijk van of je kind overblijft, moet je je 2 tot 3 keer per dag in een bepaald kwartier op het schoolplein melden. Dan moet je dus niet even toevallig op één van die drie momenten een peuterpuber hebben die op de rem gaat.
-
Je bent zelf ook weer een groentje
Als jij in je uppie het schoolplein op loopt en allemaal groepjes moeders gezellig met elkaar ziet kletsen, voel je je weer even net zoals in de brugklas (zeker als je net als ik relatief nieuw bent in het dorp). Maar contact maken gaat gelukkig vanzelf, daar zorgen de kinderen wel voor.
-
Ook het eventuele tweede kind is van slag
Ik was zo met mijn dochter bezig, dat ik er niet bij stil had gestaan welk effect het basisschool-gedoe op mijn zoontje (1,5) zou hebben. Zij hele leven is hij non-stop bij zijn zus geweest (behalve die ene dag per week op de crèche) en nu is zij ineens zo’n 32 uur per week van hem weg. De eerste dagen liep hij dan ook wat verloren rond, nu geniet hij vooral van de 1-op-1-aandacht van zijn ouders.
-
Je schoolkind is MOE
Nu is dat niet zo erg als dat zich uit in de vorm van een middagslaapje. Het is wel erg als hij/zij zichzelf door die vermoeidheid bij ieder speldenprikje in een enorm tranendal verzuipt (‘Ik wilde mijn water in de FLAMINGO-beker. Niet in de LUIAARD-beker. Dat ZEI ik toch!’)
-
Je beweegt ineens veel meer
De eerste schooldag van Bente liep ik gewoon 3 km meer op één dag! Kom ik nu eindelijk van die laatste 5 ellendige zwangerschapskilo’s af (die er een jaar geleden al af hadden moeten zijn)?
-
Je bent nóg trotser op je kind
Ik verander in een soort cheerleader als mijn dochter uit de school op mijn af komt lopen. Dat komt omdat ik zo trots op haar ben. Dat ze zo dapper is en zich zo goed staande houdt in deze ‘grote’ nieuwe wereld. En omdat ze zo schattig is met haar rugtasje en brilletje op, natuurlijk 😊
-
Je moet ’s morgens vroeg al heel scherp zijn
Je moet aan heel veel dingen denken bij het afdroppen op school: staat haar naam in die jas? Heb ik aangevinkt dat ze vandaag naar de tso gaat? (dit betekent dus tussen-schoolse-opvang, heb ik ook pas net geleerd), heeft ze haar bril opgedaan? Ligt haar knuffeltje in de bak bij de deur? Zit haar beker melk in de gekoelde bak voor de overblijf?
-
Je familieplanner wordt nóg ingewikkelder
Wij doen er ongeveer een half uur over om een weekschema te maken van wie waar wanneer is en wie wie waar ophaalt (volg je me nog?) Als je kind nog niet meteen hele dagen doorbrengt op de vso/tso/bso én je nog een kind hebt dat elders naar de opvang gaat (oh ja, en nog een sociaal leven hebt ook), is het bijna niet te doen.
-
Je hebt ineens maar 1 kind thuis (in mijn geval dan)
En dat is best wel even wennen! Want waar ze normaal geregeld samen spelen, moet je jongste kind nu met jou spelen óf leren zelf te spelen. Maar het is wel heel leuk om hem nu eindelijk eens onverdeelde aandacht te geven (dat is sinds zijn geboorte nauwelijks gebeurd 😉). En met één kind doe je makkelijker dingen dan met twee, boodschappen doen bijvoorbeeld! Scheelt weer voor het weekend.
-
Je weet niet meer wat zich in het leven van je kind afspeelt.
Het is algemeen bekend dat kinderen na een schooldag weinig energie meer hebben om hun – naar informatie snakkende – ouders over hun dag te vertellen. ‘Ik wil niet praten’, zegt ze dan. Trucje: ik praat iedere avond met haar via haar knuffelegel. Die vertelt ze wél alles wat er is gebeurd.
Lees ook: