Dagboek van een verloskundige deel 16- stilte voor de storm
Dagboek van een verloskundige

Dagboek van een verloskundige deel 8: ‘hoe haal je het in je hoofd?’

Verloskundige Sabine (25) beschrijft elke maand op Tipje van de luier haar belevenissen in ‘Dagboek van een jonge verloskundige’. In deel 8: ‘de baby is heel lelijk, dus hij kan niet van mij zijn.’

‘Ik moet bevallen!’ gilt een vrouw hysterisch in mijn oor. Ik lag heerlijk te slapen, maar ben meteen klaarwakker. Ik vraag om haar naam, maar kan haar niet goed verstaan. Ze heeft een Marokkaans accent en praat heel onduidelijk. De naam die ik denk dat ze noemt, kan ik niet vinden op onze patiëntenlijst. Ondertussen roept de vrouw steeds ‘mevrouw, mevrouw, u moet me helpen, de baby komt.’ Mijn adrenaline schiet omhoog. Gelukkig herken ik uit haar gebrabbel een straatnaam. Voor nu is er maar één ding belangrijk: dat ik zo snel mogelijk bij haar kom.

Lelijke baby

Onderweg houd ik haar aan de lijn. Op een gegeven moment hoor ik een heel harde gil en zegt ze: ‘de baby is er’. Vervolgens hangt ze op. Ik kan niet terugbellen, want ze belde met een privé-nummer. Paniek. Gelukkig word ik al snel weer gebeld, dit keer door de buurman van de vrouw. Hij roept ‘de buurvrouw is bevallen’. En vervolgens ‘de baby is heel lelijk en kan dus niet van mij zijn, want ik ben een knappe jongen.’ Verbaasd over deze uitspraak zeg ik: ‘dat zal allemaal wel, maar wat mij interesseert is of de baby ademt.’ Volgens hem is met de baby alles goed.

Bedrijvenpand

Op het adres dat de vrouw me had gegeven staat een bedrijvenpand. Dat kan haar woning niet zijn. Over de telefoon zeg ik dat ik buiten ben en dat de buurman me moeten komen halen, maar dat kan volgens hem niet. Hij geeft een ander adres, van een flatgebouw. Eenmaal daar brandt er nergens licht en de buurman staat niet buiten, zoals hij had gezegd. Toevallig loopt er een oudere Marokkaanse man langs. Ik leg de situatie uit en vraag of hij over de telefoon met de mensen wil praten: misschien dat ze in het Marokkaans wel kunnen uitleggen waar ze zijn.

‘We zijn in Marrakesh’

Als de Marokkaanse man met de buurman begint te praten, zegt hij ineens dat er inmiddels dokters bij zijn, dus dat ik niet meer hoef te komen. Als ik vraag of ik die dokters dan even kan spreken, komt eindelijk de aap uit de mouw. Hij zegt: ‘We zijn in Marrakesh’. Het kwartje valt. Het was een ‘prank call’. Boos zeg ik: ‘als je in Marrakesh bent, kan ik niet naar je toekomen, dus je hoeft me niet meer te bellen.’ Woest ben ik: ik ben – achteraf voor niets – uit bed gebeld, heb een uur lang in grote spanning rondgereden en dan blijkt het allemaal om een stomme grap te gaan.

Politie

De volgende dag vertel ik het verhaal aan mijn collega. Zij wordt ’s avonds door dezelfde mensen gebeld: dit keer zou er een drieling worden geboren. En twee nachten later bellen ze wéér. We besluiten aangifte te doen. De politie weet via KPN het telefoonnummer van de mensen te achterhalen en smst ze dat ze weten wie ze zijn en dat als ze het nog een keer doen, er maatregelen worden getroffen. Ze hebben niet meer gebeld.

Hoe haal je het in je hoofd?

Achteraf had ik misschien eerder kunnen bedenken dat het een grap was, maar ik ben op dat moment als zorgverlener verantwoordelijk voor vrouw en kind. Je moet elk telefoontje serieus nemen. En daarbij: hoe haal je het in je hoofd om een verloskundige op zo’n manier lastig te vallen?

Lees ook:

Deel 7: onverklaarbare verhoging
Deel 6: ‘Sacha perst, Bob ziet steeds witter’
Deel 5: ‘Oeps, ze heeft al 8 centimeter’
Deel 4: de nasleep van een miskraam
Deel 3: taalbarrière
Deel 2: vier bevallingen in één nacht
Deel 1: hoe een derde bevalling heel anders kan gaan

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge